• TERUGBLIK SEMINAR LOST DE WHOA DE RETAILCRISIS OP?

    17 oktober 2019

    LEES VERDER

Seminar ‘Lost de WHOA de retailcrisis op?’

Op 17 oktober 2019 vond in ARTIS het tweede WBRT-seminar plaats over de Wet Homologatie Onderhands Akkoord. Deze keer was ervoor gekozen om de WHOA te koppelen aan de retailcrisis. Met andere woorden, kan de WHOA bijdragen aan een oplossing voor de problemen van veel retailbedrijven in Nederland?

Wetsvoorstel WHOA

In een volle zaal trapte Derk van Geel af als spreker en gaf de toehoorders een uitgebreid verslag van de huidige stand van zaken rondom de invoering van de WHOA. Hij ging daarbij tevens in op de wijzigingen in de het wetsvoorstel ten opzichte van vorig jaar en presenteerde daarbij de nieuwe WHOA-flowchart, zoals ontwikkeld door WBRT.

Derk gaf aan dat het huidige voorstel interessante mogelijkheden biedt, zeker voor retailers die kampen met ongunstige huurcontracten en leaseovereenkomsten.

De rol van het turnaround plan

Vervolgens ging Jan Adriaanse in op het onderwerp turnaround management in relatie tot de WHOA. Met andere woorden, wat wordt verwacht van het turnaround plan? Hij gaf aan dat in het wetsvoorstel enkele aanknopingspunten zijn te vinden, hoewel summier. In zijn beleving is het voor het slagen van een akkoord van groot belang dat een diepgaande oorzakenanalyse plaatsvindt, waarbij zowel externe als interne oorzaken worden benoemd, in het bijzonder ten aanzien van het strategisch en financieel beleid van de onderneming, evenals de directe omgevingsfactoren en concurrentiële krachten. Uit deze analyse dient vervolgens logisch te blijken welke turnaround maatregelen nodig zijn, evenals welke stappen al zijn ondernomen. Jan waarschuwde daarbij voor louter kostensanering. Een turnaround, in het bijzonder in retail, dient zowel kostensanering als strategische herpositionering te omvatten. Sterker, “contra-intuïtieve” strategieën hebben de grootste slagingskans. Hij lardeerde dit betoog met voorbeelden van de succesvolle turnaround van Tommy Hilfiger en Scotch & Soda. Over WHOA gaf hij aan dat dit gezien moet worden als een “option of last resort”. Met andere woorden, de WHOA mag niet gezien worden als een zelfstandig reorganisatie-instrument maar als een, in beginsel ongewenst, instrument dat uit de kast moet worden getrokken wanneer het initiële turnaround plan op korte termijn onvoldoende soelaas biedt. Indien marktpartijen de WHOA opportunistisch gaan gebruiken dan bestaat de kans dat deze praktijk snel ten einde is en de WHOA een dode letter in de wet wordt.

WHOA in de praktijk

Na de pauze behandelde Derk van Geel vervolgens een casus waarin hij feilloos in beeld bracht wat de impact van klassenindelingen van crediteuren en aandeelhouders is op de haalbaarheid van een akkoord, evenals de impact op de balans en daarmee de verplichtingen van de onderneming.

Waarderingsaspecten binnen de WHOA

Marc Broekema ging vervolgens in op waarderingsaspecten binnen de WHOA. In een mini-college over waarderen gaf hij het publiek een overzichtelijk beeld van hoe waarderingen tot stand komen, welke valkuilen in de praktijk bestaan, en hoe deze te vermijden. Hij gaf daarbij het verschil aan tussen “economic distress” en “financial distress” en de gevolgen daarvan voor WHOA-akkoorden. In het bijzonder ging hij ook in op de zogenoemde 3 P’s binnen valuation: Possible, Plausible, Probable. Met ander woorden, binnen WHOA zal de waardering van de onderneming, i.e. de trade-off tussen de liquidatiewaarde en de reorganisatiewaarde van de onderneming, overtuigend in beeld moeten worden gebracht. Dit is noodzakelijk voor zowel de crediteuren en aandeelhouders in de verschillende klassen als de homologerende rechter. Is het plan en de daaraan gerelateerde prognoses en waardering mogelijk, plausibel en waarschijnlijk? Dát zal, zo betoogde Marc, het verschil gaan maken in de praktijk. Hij eindigde met nog een aantal specifieke aandachtspunten voor de retail als het gaat om value-drivers die de waarde van een retail onderneming positief of negatief kunnen beïnvloeden waarbij hij tevens waarschuwde voor te veel focus op alleen de cijfers. Het “narratief” rondom de waarderingsuitkomsten zal de sleutel binnen de WHOA zijn. Daaruit volgt immers de al dan niet te ontstane perceptie van de reorganisatiewaarde, de levensvatbaarheid en de geloofwaardigheid van het plan.

Rekening houden met psychologie

Last but not least, ging Niek Strohmaier in op de rol van psychologie binnen de WHOA. In een gloedvol betoog overtuigde hij het publiek van de noodzaak om hier rekening mee te houden binnen de WHOA. Aangezien slechts 5% van ons denken louter rationeel is, en 95% op intuïtie en instinct is gebaseerd zal de wijze van benadering van stakeholders het verschil gaan maken tussen succes of falen. Zo kunnen allerlei systematische denkfouten ofwel “biases” optreden in het kader van WHOA, bijvoorbeeld ten aanzien van de bias genaamd “verlies-aversie”, i.e. de neiging om geen verlies te nemen terwijl het feitelijk beter voor je is. Crediteuren kunnen daarbij onbewust beïnvloed worden door “morele intuïties” en daardoor mogelijk dwarsliggen, zelfs wanneer het aangeboden akkoord rationeel gezien het beste alternatief is. Ietwat provocerend, maar wetenschappelijk aantoonbaar, gaf hij aan dat ook rechters ontvankelijk zijn voor biases en psychologische processen. Samengevat, ondernemingen en hun adviseurs moeten zich bewust zijn van deze aspecten om niet onbewust en onbedoeld in een valkuil terecht te komen binnen een WHOA-traject.

Na een levendige discussie- en vragenronde werd het seminar afgerond. Zowel WBRT als de deelnemers kijken terug op een vruchtbare middag. Of de WHOA de retail gaat redden? Dat zal de praktijk straks uitwijzen…